Bamboe

Bamboe is de bewuste keuze voor de hedendaagse geëngageerde consument die kwaliteit wil
combineren met goede smaak en een ecologisch inkooppatroon.

Massief bamboe is een plaatmateriaal dat ontstaat door stroken bamboe op elkaar te lijmen of te persen.          Het materiaal heeft een aantal opmerkelijke eigenschappen. 
Het is niet alleen mooi om te zien, maar ook:

  • leverbaar in diverse kleuren en structuren
  • sterk en hard
  • vrijwel onderhoudsvrij
  • duurzaam en milieuvriendelijk


Bamboe is de meest milieuvriendelijke houtsoort.
En eigenlijk is het geen hout, maar gras: bij kap behoudt de plant zijn wortels.
De plant sterft niet af, door de kap worden jonge scheuten geprikkeld om uit te komen.
Mede hierdoor levert een vierkante hectare bamboe 30% meer zuurstof op dan hout!



Vele voorvechters van Bamboe beweren dat deze plant de wereld kan redden.
In Costa Rica worden jaarlijks 1000 huizen van bamboe gebouwd.
Daar is zo'n 60 hectare land voor nodig. Als je deze van hout zou maken zou je
maar liefst 500 hectare van ons slinkende regenwoud nodig hebben.
De wortels van de bamboeplant zijn te vergelijken met een haarnet, ze vormen
een barrière onder de grond. Daar houden ze het regenwater vast, evenals de
aarde op hellingen.

assemble4



Wist u dat:
• Bamboe één van de snelst groeiende planten is. Er zijn groeisnelheden van wel een
 meter per dag waargenomen
• Bamboescheuten eetbaar zijn en veel in de Aziatische keukens worden gebruikt
• De stam van de bamboe in lengte kan variëren van enkele centimeters tot meer dan 35 meter.                  De soort die Bloooms gebruikt bereikt in 5 jaar een lengte van wel 35 meter
• Bamboe één van de meest voorkomende jungleplanten in Nederland is
• De bamboeplant zelden bloeit, soms zelfs maar eens in de honderd jaar.



  scheutyoungbamboo300

Wie tegen een kale tuin zit aan te kijken en die zo snel mogelijk groen wil hebben, hoeft niets anders te doen dan er bamboe in te zetten. Dat moet dan wel een 'wandelende' soort zijn, zo eentje die zijn wortelstokken alle kanten op stuurt. Sommige bamboes zijn zo vriendelijk om door middel van bovengrondse stengels te laten zien tot waar ze zijn gekomen. Maar er zijn er ook die hun wortelstokken in het geniep uitbreiden. Dan zie je ergens één minuscuul steeltje, terwijl de hele tuin en met een beetje pech ook die van de buren allang vol ligt met ondergrondse uitlopers.

Het zijn deze rusteloze snelwandelaars die bamboe een slechte naam hebben bezorgd. Want wie wil er nou een plant in zijn tuin die zo overheersend is dat andere planten er niet meer aan te pas komen?

Toch is de angst voor bamboe niet helemaal gegrond, want er zijn ook soorten die keurige pollen vormen en rustig op een en dezelfde plek blijven liggen. Vooral in kleine tuinen en in de buurt van folievijvers zijn polvormers als Fargesia, Yushania, Thamnocalamus en Chusquea daarom de beste keus. Omdat er van deze bamboes heel veel soorten in omloop zijn, is het onbegonnen werk om ze allemaal op te noemen. Ik zou zeggen: ga naar een bamboekweker en laat je adviseren over de soort die het best in jouw tuin past.

De meeste andere winterharde bamboes woekeren. Vooral Sasa, Pseudosasa, Sasaella, Phyllostachys, Pleioblastus en Indocalamus tesselatus zijn op dat punt niet te vertrouwen. Wil je per se zo'n rusteloos type in de tuin, maar geen ruzie met de buren, dan zul je hem dus in bedwang moeten houden. Doe dat vooral niet met gewone anti-worteldoek, plastic folie of golfplaten, want daar dringen deze bamboes dwars doorheen.

Wat wel helpt is om ze op een al dan niet zelfgemaakt eiland te planten, want de wortelstokken kunnen niet tegen water. Is dat iets te veel gevraagd, dan is de plant te beteugelen met beton of staalplaten. Zorg dat de ondergrondse begrenzing hermetisch gesloten is, want één zwakke plek en de bamboe baant zich al gniffelend een weg door de tuin, en door die van de buren erbij. Wat ook helpt is een speciale wortelbegrenzer van polyethyleen (HDPE), waarmee je kamers kunt maken waar de bamboe niet uit kan. Zo'n kelder hoeft niet dieper te zijn dan 60 centimeter, want verder komen de wortelstokken niet. Laat wel een rand van een centimeter of vijf boven de grond uitsteken, anders gaan de uitlopers er alsnog vandoor.

bamboe frame



Bamboe is geen losstaande plant, maar een verzamelnaam voor zo'n duizend soorten gras die onderling sterk kunnen verschillen. Zo is er een die ruim een meter per dag (!) de lucht in schiet, maar er zijn er ook die een jaar doen over een luttele 30 centimeter. Sommige worden 35 meter hoog, andere houden het al bij 10 centimeter voor gezien en worden in Japanse tuinen gebruikt als gazon. De een heeft stengels met een omvang van een kwart meter, de ander komt niet verder dan een millimeter. Zo'n stengel bestaat uit segmenten die zich in de herfst- en wintermaanden ondergronds ontwikkelen en die, in elkaar gedrukt als een telescoopantenne, geduldig wachten tot de kou uit de grond is. Zodra het voorjaar aanbreekt schuiven ze zichzelf uit met zoveel vaart dat ze binnen een paar maanden hun uiteindelijke hoogte en dikte bereiken. De nieuwe scheuten worden elk jaar dikker en hoger, zodat de hoogste halmen gek genoeg de jongste zijn. Bamboe groeit door totdat hij na een jaar of acht zijn uiteindelijke hoogte heeft bereikt, hoewel lage bamboes al na een paar jaar zover zijn.

Tja, en dan moeten we het ook nog even hebben over het bloeien van bamboe. Gelukkig doen ze dat niet vaak, sommige soorten zelfs maar eens in de honderd jaar. Maar áls ze het doen is het voor de polvormende bamboes meteen einde verhaal. In hun korte uitlopers ligt zo weinig reservevoedsel opgeslagen, dat ze na het uitputtende proces van bloei en zaadvorming geen fut meer hebben en afsterven. De woekerende bamboes teren tijdens de bloei op de voedselvoorrraad die in hun lange wortelstokken zit. Na gedane zaken krabbelen zij gewoon weer op en vormen op den duur nieuwe scheuten.

Het lastige van bloeiende bamboe is dat onze bamboesoorten afstammen van die ene moederplant die plantenverzamelaars een eeuw geleden uit China of Japan meenamen. Zo introduceerde Ernest H. Wilson in 1907 uit China een bamboe die hij naar zijn dochter Muriel vernoemde. Deze Fargesia murieliae is sindsdien intensief vermeerderd, met het gevolg dat de erfelijke eigenschappen van alle Fargesia's murieliae in onze tuinen identiek waren. De pret duurde tot 1995, toen ze allemaal vrijwel tegelijk begonnen te bloeien. In 2005 was Fargesia nitida aan de beurt, die in 1886 door een Russische plantenjager uit China was meegebracht.

Gelukkig hebben vooruitziende geesten het zaad van beide bamboes verzameld en daar een nieuwe generatie uit opgekweekt. Omdat veel zaailingen jammer genoeg minder gezond en vitaal blijken te zijn dan de moederplant, kun je ze het best bij een gespecialiseerde kwekerij kopen. Groot voordeel van deze nieuwelingen is dat je hun bloei niet meer zult meemaken. Want dat is pas weer over een jaar of honderd.

Hiroshima, 1945. Een bom zoals geen ander. Totale verwoesting. Maar tussen de resten van wat eens zo’n mooie stad was, staken enkele hoopgevende groene sprieten uit de grond. Het eerste teken van nieuw leven: bamboe. Een supergras dus, maar niet per definitie ook superduurzaam.

In de afgelopen jaren heeft het bamboe-productieproces een ontwikkeling doorgemaakt. Door de introductie van nieuwe technieken en de steeds voortdurende kwaliteitsverbetering van het halffabricaat heeft het materiaal een vlucht genomen op de Europese markt. Daarnaast is de diversiteit van de toepassing in het soort producten radicaal veranderd. Zag je vroeger alleen bamboe meubilair van Aziatische makelij, tegenwoordig kom je bamboe ook steeds vaker tegen in de winkel, verwerkt in een grote verscheidenheid aan producten.

De populariteit dankt het materiaal voornamelijk aan zijn groene imago: het wordt als een milieuvriendelijkere vervanger van (hard)hout gezien. Eén van de redeneringen hierachter is dat bamboe veel sneller groeit dan hout en daardoor in dezelfde tijd meer materiaal kan opleveren. Er zijn waarnemingen bekend van een bamboesoort met een groeisnelheid van een meter per dag.

Andere duurzame voordelen zijn dat met het aanplanten ervan bodemerosie kan worden tegengegaan (het uitgebreide wortelsysteem zorgt voor een stabiele grond), droogte kan worden tegengegaan door het vasthouden van water en er veel CO2 kan worden opgenomen wat weer positief is voor het broeikaseffect. Tot slot is bamboe ook goed voor de fauna. Niet alleen de met uitsterven bedreigde panda houdt zich op in bamboe bossen; ook diverse vogels, apen en everzwijnen zijn afhankelijk van de grassoort.

Naast de milieuvoordelen kan bamboe ook maatschappelijk interessant zijn. Omdat bamboe overal ter wereld groeit, is het materiaal ruimschoots voorradig in ontwikkelingslanden. Het zogenaamde ‘poor man’s material’ is met goedkope gereedschappen en eenvoudige aan te leren technieken te bewerken. Bamboe leent zich dus uitstekend voor grassroot projecten ter bestrijding van armoede op het platteland.

Duurzame materiaalvergelijking

Maar hoe duurzaam is bamboe nou eigenlijk echt? De hierboven beschreven voordelen lijken alleen maar te pleiten voor het inzetten van bamboe, waar mogelijk. Er wordt echter vergeten dat er ook een donkere kant aan het verhaal zit. Deze heeft vooral betrekking op bamboe dat industrieel vervaardigd is. Belangrijke energieverslindende processen in de levenscyclus van industrieel bamboe zijn: de conservering van bamboe, het grote aantal productiestappen dat nodig is, en het transport vanuit Azië naar Nederland. Er worden weliswaar afhankelijk van het productieproces, milieuonvriendelijke stoffen gebruikt zoals lijm, conserveringsmiddelen en vulmiddelen. En dan hebben we het nog niet eens over het bamboe afval dat ontstaat als gevolg van het splijten, schaven en schuren tijdens het productieproces.

Bamboe tekening

Bambuseae

Hoewel bamboe vaak voor hout wordt aangezien, is het een gras. Dat is ook af te leiden uit de wetenschappelijke indeling van bamboe. De officiële Latijnse naam voor bamboe is Bambuseae en het vormt een tribus van de grassen (Gramineae oftewel Poaceae). De populairdere naam bamboe komt oorspronkelijk uit het Maleis.

Er bestaan meer dan duizend verschillende soorten bamboe. De afmetingen verschillen enorm per soort. De stamlengte kan variëren van enkele centimeters tot vijfendertig meter, terwijl de stamdiameter tussen enkele millimeters en vijfentwintig centimeter ligt. Bamboestammen zijn vaak hol met aan de buitenkant de sterkste vezels. De holle ruimtes worden in de lengte onderbroken door zogenaamde knopen (verdikkingen) waar aan de buitenkant bladeren aanhechten. Als alleen naar de sterkte gekeken wordt dan kan gezegd worden dat de natuur met bamboe een efficiënt ontwerp heeft opgeleverd. Door de opbouw is bamboe zeer licht, maar sterk, sterker zelfs dan staal.

Op het gebied van benodigde energie voor de productie staat bamboe zijn mannetje vergeleken met beton of staal. Kort door de bocht berekend, is er slechts een achtste deel van de productie-energie van beton nodig om het gras tot werkbaar halffabricaat om te vormen. Ten opzichte van staal, dat gedurende het productieproces moet worden gedolven, gesmolten, gelegeerd, gegoten, gewalst etc, is dit zelfs ongeveer een vijftigste deel. Echter loopt de vergelijking scheef als je nadenkt over de technische levensduur van bamboe. Goed onderhouden en geconserveerd bamboe kan wel dertig jaar meegaan, maar over het algemeen is dat korter dan bij beton en staal.

Universitair onderzoek

Universitair onderzoek

Een betere vergelijking kan gemaakt worden met de directe concurrent van bamboe: hout. In een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door ir. Pablo van der Lugt aan de Technische Universiteit van Delft is de duurzaamheid van verschillende soorten bamboe plaatmateriaal vergeleken met die van hout. Door middel van een analyse van de levenscyclus is een vergelijking van de milieuscores gemaakt op basis van de energieconsumptie, het materiaalgebruik, de emissies, enz. tijdens productie. Hieruit kwam naar voren dat het bamboe plaatmateriaal niet de grote milieuvoordelen heeft als de bamboestam, en in vergelijking met plaatmateriaal van hout soms zelfs slechter scoort. Bamboe is dus het minst schadelijk als het wordt ingezet in zijn meest natuurlijke vorm (als stam) en dan nog het liefst in de regio waar het geoogst wordt.

Dit betekent overigens niet dat bamboe een te vermijden materiaal is. Er moet echter goed nagedacht worden over het inzetten van het materiaal per productontwerp. Bamboe is en blijft een hernieuwbare grondstof. Als je daarbij optelt dat hout, staal en beton als inzetbaar materiaal steeds schaarser worden en dat er met de kap van hardhout meer oerbossen verdwijnen, lijkt bamboe een interessant alternatief.